
‘Ooh, een Super Ford Dexta! Dat is d’r eentje die al een tijdje meegaat.’ En dan blijft het meestal even stil, misschien wel omdat bij de persoon in kwestie in het hoofd herinneringen opdoemen aan de blauwe trekker met de zo typerende koplampen aan de zijkant. Die koplampjes die wanneer je maar lang genoeg kijkt 2 ogen worden waarmee de trekker je aankijkt.
Ik ben opgegroeid met de blauwe trekker. Ik ben geen trekkerfan en dus ook geen kenner, dus voor mij is het de blauwe trekker. Of ‘Super Dexta’ zoals m’n zussen en ik je ook wel noemen. De trekker die nog altijd trouwe dienst doet op de boerderij. Ronde balen naar binnen sjorren, zand in de kiepbak, hooi schudden en op regel leggen, kilometers maken als de balen van het land gehaald moeten, hij doet het allemaal. En ook mee op Koninginnedag toen we klein waren, met platte kar versierd met vlaggen reden we trots op onze pap en de blauwe trekker naar het dorp. Dan bracht je hele jaargangen basisschoolkinderen van de roeiboten naar het Sterrebos en andersom.
Wilde de auto niet lopen omdat de accu slecht was of had de Hanomag startproblemen, hop de blauwe trekker ervoor. Meestal had je ze ter hoogte van de eerste buurman al weer aan het lopen, sleepkabel d’r af en terug. Ook ging je doordeweeks mee met pa naar het werk in de bosbouw, boterhamtrommel en thermoskan thee in een tas aan je knalpijp. En als dan ’s avonds rond een uur of vijf in de verte een pruttelend , ronkend geluid klonk wist je precies: pa komt eraan!
Bij een te zware belasting komen de voorwielen van de grond, daar ben ik nooit zo dol op. Dan moeten we op de voorkant gaan zitten, en dan komt het goed. Maar ooh wat eng. Rolf als stadse man leerde trekker rijden op de blauwe trekker en wende al mopperend aan je stroeve schakelen en de extreem diepe koppeling. Je bent gewoon groot genoeg voor de meest voorkomende klussen op de boerderij, en handig klein om in de koestal voer af te leveren. Waarom zou je iets wat goed is veranderen?
Je leeftijd gaat tellen, het piept en kraakt. Zo vertrouwde gebeurtenissen en routines met de blauwe trekker worden straks herinneringen, mooie die ik met een beetje truttige weemoed aan ‘die goeie ouwe tijd’ niet graag vergeet.